Kijk naar diversiteit in kwaliteit
Algemeen directeur van Curess én bestuurslid van Jeugdzorg Nederland Eddy de Bruin ziet ruimte in de diversiteit in kwaliteit van zij-instromers en herintreders. “Als we daar niet vernieuwend naar gaan kijken, houden we altijd dat tekort op de arbeidsmarkt.”

Bij Curess, dat vijf zorgregio’s in Oost-Nederland bedient, staan op het moment van schrijven 25 vacatures open, maar directeur Eddy de Bruin maakt zich allesbehalve zorgen over de invulling daarvan. “Wij hebben continu vacatures openstaan. We werken data gedreven, dus weten we op basis van seizoenpatronen en op basis van onze groeiverwachting hoeveel aanmeldingen wij over vijf tot zeven maanden kunnen verwachten. Als je dan je verloop meeneemt, dan weet je wat je aan nieuwe mensen nodig zult hebben. Maar die vacatures zijn bij ons zo ingevuld.”
Zij-instromers en herintreders zijn verantwoordelijk voor een deel van die invulling, nadat de hogescholen in de regio een zelf ontwikkeld FastSwitch-traject voor zij-instromers en herintreders introduceerden. “Mensen die al een Hbo-diploma hebben in bijvoorbeeld het onderwijs of de verpleging en die de overstap willen maken naar jeugdzorg kunnen dankzij FastSwitch in een jaar tijd doorgroeien naar een Hbo-professional positie in jeugdzorg, inclusief de daarbij behorende SKJ-registratie,” vertelt de Bruin. “De eerste succesvolle afstudeerders van het traject zijn nu aan het werk bij Curess.”
Complexe subsidies
“Ik zag direct de potentie van FastSwitch, niet alleen omdat je daarmee vacatures invult, maar ook omdat je mensen met een bepaalde levenservaring binnenhaalt. Dat is belangrijk voor de diversiteit in de teams en we merken dat het in de praktijk goed werkt, de uitval is minimaal.”
Curess wilde direct aan de slag met het traject, vertelt de Bruin. “We willen hierin vooroplopen en FastSwitch samen met de hogescholen verder ontwikkelen omdat we weten dat het aantal sollicitanten over vijf jaar echt minder zal zijn.” Wel merkte hij dat niet iedereen zijn enthousiasme voor het traject deelde. “Er zit wel een zakelijk risico aan verbonden,” is de Bruin begripvol voor zijn collega-bestuurders, die eerst wat terughoudend reageerden. “Het is supercomplex qua subsidies die je moet aanvragen aan de ene kant en voorfinanciering door de werkgever aan de andere kant, want er moet wel een diploma gehaald worden. Maar wanneer je vacatures wilt invullen moet je als organisatie alle routes die er liggen gebruiken.”
En hoewel de Bruin enthousiast is over de komst van zij-instromers en herintreders in bestaande vacatures, heeft hij zijn bedenkingen over het succes van zij-instromers in nieuwe ondersteunende rollen op de lange termijn. “Op subsidiebasis zoals dat nu gebeurt kun je vrij snel mensen binnenhalen en de werkdruk verlagen, maar er is geen duurzame financiering voor dat soort functies. Wat betekent dit voor de toekomst? Ik heb daar het antwoord niet op, maar ik maak me daar wel grote zorgen over. Ik verwacht niet dat de huidige regering, maar ook de regering die daarna komt, ineens een laatje met geld opentrekt.”
Deregulering registratie
Wel ziet de Bruin kansen in meer innovatie bij het SKJ en de brancheverenigingen. “Die SKJ-registratie is hartstikke belangrijk, maar kunnen we daar bijvoorbeeld niet ook voor opleidingsniveau 4 (Mbo, red) en 5 (Associate degree Hbo, red) speciale registraties maken? Nu kun je alleen een SKJ-registratie krijgen als je HBO social work afstudeerrichting jeugdzorg niveau 6 hebt. Maar hoe zit het dan met diegene die social work heeft gedaan op opleidingsniveau 5?
We moeten denk ik heel duidelijk de vraag stellen: ‘helpen de regels rondom registratie ons aan de juiste kwaliteit?’ Het antwoord daarop nu is ja. Maar moet die kwaliteit op dit niveau blijven, of kunnen we daar ook diversiteit in aanbrengen? Dus kun je anders naar niveau 4, 5 en 6 kijken, en kun je dan nog steeds de juiste ondersteuning aan kinderen en gezinnen bieden? Ik denk dat als we daar niet vernieuwend naar gaan kijken, we altijd dat tekort in de arbeidsmarkt houden. Want dat die mensen er straks niet zijn, dat is een voldongen feit en dat weten we met elkaar.
We moeten er daarom voor zorgen dat een zij-instromer een dusdanig niveau heeft, dat hij of zij op de juiste manier zelfstandig kan werken, onder verantwoordelijkheid van een wel geregistreerde collega. Hierdoor ontstaat er ruimte, maar dan moet die verantwoordelijkheid wel te dragen zijn. Ik zie dit niet zomaar gebeuren, deregulering van het registratiesysteem en efficiënter inrichten van onze organisaties is daarvoor echt een noodzaak. Daar zit de uitdaging en denk ik dat we met goede opleidingen, maar ook door minder strenge regels te stellen, heel ver kunnen komen.”