"Zorg eerst voor jezelf, dan voor het kind"
Auke Spans van Jeugdbescherming Overijssel kreeg in de twintig jaar dat hij in jeugdhulp werkte vaak te maken met agressie en onveilige situaties. Nu helpt hij collega’s om agressie te voorkomen en leert hij ze hoe je kunt de-escaleren als het mis dreigt te gaan. We vroegen hem zijn belangrijkste praktische adviezen met ons te delen.
In de tijd dat Spans bij de vrijwillige hulpverlening in Amsterdam werkte, was beveiliging nog geen thema. "Er zat geen slot op de deur, iedereen kon zo het pand in lopen. Tot het moment dat een collega riep: 'Auke, help! Er staat een man met een broodmes!' Sinds dat incident ben ik me gaan bezighouden met veiligheidsmaatregelen en agressie. Het onderwerp past bij me. Later bij de crisisdienst kreeg ik nog meer te maken met agressie en escalaties. Messen, honkbalknuppels, ik heb van alles meegemaakt. Ik heb in die tijd veel geleerd van de politie, bijvoorbeeld hoe je risico’s kunt beperken."
Inmiddels werkt Spans alweer zo’n zeven jaar in Zwolle. Door zijn jarenlange ervaring met uithuisplaatsingen en crises weten zijn collega’s hem te vinden zodra er sprake is van dreiging of agressie. Sinds twee jaar werkt hij nieuwe collega’s in: "Ik bespreek dan meteen hoe je zo veilig mogelijk kunt werken. Ook ga ik mee naar 'spannende' gesprekken waarvan de verwachting is dat er agressie bij komt kijken. Ik blijf dan op de achtergrond en let op de emoties en het gedrag. Soms meng ik me in het gesprek om sturing te geven en de rust te bewaren."
Preventie bij de voordeur
Agressie komt vaak voor bij mensen thuis, weet Spans. Dus preventie begint wat hem betreft dan ook bij de voordeur: "Daar maak je de eerste inschatting of je wel of niet naar binnengaat. Kijkt iemand je aan? Wil hij of zij praten? Als je geen contact kunt maken, dan klopt er iets niet. Vertrouw dan op je onderbuik en zet niet - koste wat het kost - door. Mijn teamleider in Amsterdam zei altijd: ‘Je kunt kinderen niet helpen als je wordt neergestoken. Dus zorg eerst voor jezelf, dan pas voor het kind. Van de politie heb ik geleerd dat je op vijf meter afstand moet blijven als je je onveilig voelt. Je kunt dan nog ingrijpen of jezelf in veiligheid brengen als de agressie op jou gericht is. Die wijze les heb ik altijd in mijn hoofd.
Probeer ook ‘achter de voordeur te kijken’. In Amsterdam-zuidoost hadden mensen nog wel eens een pitbull, die vond ik niet zo grappig. Ik vroeg dan of ze naar kantoor wilden komen. Vraag verder altijd wie er thuis zijn. Het is belangrijk dat je van tevoren weet wie je gaat aantreffen."
Zelf doorbreek ik de spanning vaak door heel open te zijn"
Een goed gesprek
Agressie voorkom je ook met een goed gesprek: "Dat doe je allereerst door mensen serieus te nemen, je niet hooghartig op te stellen en ze met respect te behandelen} , zegt Spans. "Het is vooral bij huisbezoeken belangrijk, want je komt dan in iemands eigendom. Zelf doorbreek ik de spanning vaak door heel open te zijn. Bij een kennismaking zeg ik bijvoorbeeld: ‘Je mag boos worden of schreeuwen, als je daarna maar weer terugkomt en met mij in gesprek gaat.’ Je geeft mensen dan een escape. Meestal kom je best ver als je ze aanspreekt op hun ouderschap, dus als ‘de vader of moeder van’. Je erkent ze zo in hun ouderrol en neemt ze daarin serieus."
Humor kan ook een krachtig middel zijn om de kou uit de lucht te halen. Spans: "Een grapje kan voor ontlading zorgen en het ijs breken. 'Ik zie in het rapport dat je vuurwapengevaarlijk bent. Heb je nu een wapen bij je?'"
Ontspannen
Volgens Spans moet je je goed voorbereiden op mogelijke agressie, maar tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat je zelf rustig blijft. En juist die tegenstrijdigheid is lastig: "Als je in een rapportage leest dat iemand agressief kan reageren, dan kun je zo zenuwachtig worden dat het niet tot een normaal gesprek komt. Als je gespannen of bang bent, zit je vaak ‘hoog in je ademhaling’ en blokkeert je normale manier van doen waardoor je de mens tegenover je nauwelijks nog ziet. Je kunt zulke gesprekken het beste samen met een ervaren collega doen zodat hij of zij het van je kan overnemen als je het moeilijk hebt. Bovendien is het een goede leerschool."
Ook te veel volgens het boekje werken kan averechts werken: "Als mensen nieuw zijn, dan passen ze vaak toe wat ze net geleerd hebben. Dat kan onecht – als een ingestudeerd praatje- overkomen en bovendien mis je vaak wat er om je heen gebeurt. Bij agressietraining leer je bijvoorbeeld duidelijk te zijn en grenzen aan te geven. Maar als je direct begint met grenzen stellen dan kan dat juist agressie opwekken. Elke situatie is anders, je moet leren vertrouwen op jezelf. Het is een kwestie van aanvoelen. De een is daar natuurlijk beter in dan de ander."
Ken uzelve
Elk mens heeft sterke en minder sterke eigenschappen, zo ook de jeugdhulpverlener. Als je karakter of werkstijl botst met het karakter van ouders adviseert Spans om een collega te betrekken die beter aansluit: "Dat voorkomt frustratie en agressie. Met mijn collega doe ik een casus waarin een vader constant doodsbedreigingen uit. Toen bekend werd dat het kind definitief bij de moeder gaat wonen, wilde hij haar vermoorden. We hebben samen met de politie allerlei scenario’s bedacht om het voor de moeder, maar ook voor onszelf, veilig te maken. Daarnaast zijn we geswitcht van gezinsvoogd. Ik ben zelf vrij direct en ik reageer snel. Mijn directheid past beter bij de vader. Ik kan hem goed begrenzen als hij doorslaat in zijn bedreigingen. Ik zeg gewoon: 'kappen nu, je wilt je kind zien'. Bij de moeder is de agressie meer onderhuids. Ze stuurt allerlei zuigende, denigrerende mailtjes. Mijn directheid werkt bij haar voor geen meter. Mijn collega is veel rustiger in gesprekken en kan goed stilstaan bij wat er gebeurt en dit benoemen. Ze gaat veel beter met de moeder om."
Niet opkroppen
Ten slotte adviseert Spans om spanningen en stress niet op te kroppen: 'Ze moeten echt uit je lijf, anders kun je dit werk niet doen. Veel sporten helpt, net als erover praten met collega’s. In het crisisteam in Amsterdam pakten we na een heftige gebeurtenis bijvoorbeeld altijd even een biertje samen. En accepteer dat sommige situaties gewoon heftig zijn. Probeer je dingen vooral niet persoonlijk aan te trekken.'
Vanuit het project ‘Agressievrij werken’ gaan we met initiatieven uit de praktijk op zoek naar manieren om agressie zoveel mogelijk te voorkomen. Zoals de Complete agressie-aanpak.
Met het programma 'Jeugdhulp. Alles in het werk' wil Jeugdzorg werkt! werken aan een sterke arbeidsmarkt door te versterken wat werkt.
'Jeugdhulp. Alles in het werk' wordt ondersteund met een bijdrage van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV).
Overzicht Jeugdhulp. Alles in het werkMeer weten over de Complete agressie-aanpak?
Lees meerJeugdzorg werkt!
Meer weten? Neem contact op!
Meer weten? Neem contact op!